Snooker en poolen: twee kroegsporten waar mannen dol op zijn
Snooker en poolen zijn voor menig man dé absolute lievelingsspellen voor in de kroeg. Pool, ook wel poolbiljart genoemd, tref je evenwel vaker aan de in een lokale kroeg. Niet heel verrassend, aangezien een snookertafel bijna twee keer zo groot is als een pooltafel. Ook de kleine pooltafel heeft echter een behoorlijke omvang (ruim één bij twee meter), zodat liefhebbers van dit biljartspel voor een avondje poolen traditioneel op de kroeg zijn aangewezen. Zodoende groeide het poolbiljart al snel uit tot een bij vrijwel iedereen populaire cafesport. Ben je er echter in geslaagd om het alleenrecht op een vrije kamer in je woning te veroveren, dan is een pooltafel ook een unieke toevoeging aan je eigen mancave. Met de oefenuurtjes die je op je eigen pooltafel kan doorbrengen, krijg je het poolen stukken sneller in de vingers dan je vrienden lief is!
Snookeren: van adelsport tot kroegsport
De omvang van de speltafel is niet het enige verschil tussen snookeren en poolbiljart. Weliswaar stammen beide biljartspellen af van hetzelfde spel dat in de zestiende eeuw al door de adel werd gespeeld, maar in de eeuwen hierna zijn de verschillen tussen het snooker- en het poolspel groot geworden. Het snookerspel in de huidige vorm is rond 1850 bedacht. Het spel wordt gespeeld met één witte bal, vijftien rode ballen die ieder één punt opleveren wanneer ze succesvol worden gepot en zeven anderskleurige ballen die twee tot acht punten waard zijn. De anderskleurige ballen mogen alleen worden gepot nadat eerst een rode bal is gepot. Indien alle rode ballen zijn gepot, dan dienen de anderskleurige ballen in een bepaalde volgorde van tafel gespeeld te worden, waarbij de zwarte bal als laatste aan de beurt is. De speler die na het potten van de zwarte bal de meeste punten heeft, is de winnaar.
Poolen: de ultieme cafesport
Meer nog dan snookeren, is pool een échte cafesport. Mede als gevolg hiervan, bestaat er een gigantische hoeveelheid variaties op het poolspel, terwijl dit spel nog geen honderd jaar oud is. De in Europa populairste variant is blackball. Blackball wordt gespeeld met één witte bal, zes gele ballen, zes rode ballen en één zwarte bal. De ene speler probeert alle rode ballen te potten, terwijl de ander voor de gele ballen gaat. De eerste die erin slaagt om al ‘zijn’ ballen te potten, mag de zwarte bal potten en wint het spel.