Uit onderzoek is gebleken dat tachtig procent van alle mannen vroeg of laat met kaalheid te maken krijgt. Waarom gebeurt dit en waarom hebben vrouwen er bijvoorbeeld vrijwel geen last van? Je kunt de kale plek natuurlijk proberen te maskeren door er vanaf de zijkant een lok overheen te kammen a la Trump. Vaak levert dit echter niet het gewenste resultaat op, a la Trump. Daarnaast loop je het risico dat je haar bij het kleinste windvlaagje de verkeerde kant op klapt. Wat weten we over kaalheid en is er iets tegen te doen?
Er zijn wel haartjes aanwezig
Moeten kalende mannen zich erbij neerleggen als hun haar hen in de steek laat of is er toch een manier om die volle bos haar terug te krijgen? Voor de kalende mannen onder ons: je bent niet echt kaal. Dat lijkt alleen maar zo. De haren op je kale plek zijn namelijk microscopisch klein. Je ziet ze gewoon niet. Maar waarom groeit er alleen nog maar onzichtbaar haar op je hoofd?
Verschillende cycli
Laten we eerst eens kijken naar de normale haargroei. Je haar groeit nooit aan één stuk door, dat is normaal. Elk haar kent een cyclus met verschillende fases daarin. Groeien doet dat in de groeifase. Die duurt bij hoofdhaar twee tot zes jaar, zo groeit beenhaar slechts 19 tot 26 weken door. In de volgende fase stopt de groei en laat je haarwortel los. Dit duurt een week of twee. De haar blijft intussen nog wel in zijn haarzakje zitten, waarna een rustfase volgt van ongeveer drie maanden. De haarwortel krimpt en onderin het haarzakje wordt een beginnetje gemaakt met een nieuwe haar. Uiteindelijk valt je oude haar uit het haarzakje en komt je nieuwe haar tevoorschijn.
Het haarzakje wordt steeds kleiner
Bij mannen met een wijkende haargrens wordt die groeifase steeds korter en de rustfase steeds langer. Je haren worden dan dus steeds korter, dunner en kleurlozer. Het haarzakje waaruit je haren groeien, wordt daarbij ook steeds kleiner. Uiteindelijk blijft je haar zo kort, dat hij niet meer het oppervlak van je hoofdhuid bereikt en dan ben je kaal.
Eventuele oplossingen
Wie een robuustere en modieuze oplossing wenst, kan de haren aan de achterzijde van zijn hoofd naar de bovenkant laten transplanteren. Is dat een te grote ingreep? Dan is het tegenwoordig ook mogelijk om stoppels op je hoofd te laten tatoeëren, net echt. Maar het best kun je maar gewoon met je kaalheid leren leven. Dat is in ieder geval de eenvoudigste oplossing. Je bent namelijk niet de enige die een terugtrekkende haargrens heeft. Zo’n twintig procent van de blanke mannen kampt hier al mee als ze rond de twintig zijn. Hun aantal loopt met de jaren behoorlijk op. Op hun dertigste heeft dertig procent van de mannen last van kaalheid, op hun vijftigste komt het bij de helft van de mannen voor en als je zeventig bent, heeft tachtig procent van de blanke mannen ermee te maken.
Androgenen de oorzaak
Dat de haren van kalende mannen niet goed meer groeien, heeft voornamelijk te maken met androgenen, oftewel de mannelijke hormonen. Dat is ook de reden dat vrouwen minder last van wijkend haar hebben. Onderzoek in de jaren veertig wees uit dat mannen die voor hun puberteit worden gecastreerd, nooit kaal worden. Zij maken geen testosteron aan. Als ze injecties met testosteron krijgen, kunnen ze alsnog hun haar verliezen. Testosteron speelt dus een grote rol bij kaalheid, het is echter niet de directe oorzaak van haaruitval.
Gevoelig voor een hormoon in de haarwortel
Kale mannen hebben niet meer testosteron dan harige. Maar hun haren zijn wel gevoeliger voor een hormoon dat in de haarwortel uit testosteron wordt gemaakt, namelijk dihydrotestosteron (DHT). Haren die verdwijnen, groeien in haarzakjes met cellen die overgevoelig zijn voor dit hormoon. Wat opvalt is dat DHT op andere plekken op je lichaam juist de haargroei stimuleert. Dat is het geval bij baard-, oksel- en schaamhaar. Waarom het op de ene plek van je lichaam iets anders doet dan op de andere, dat begrijpen onderzoekers nog steeds niet.
Waarom sommige plekken wél en niet kaal worden
Zelfs op je hoofd heeft DHT niet overal hetzelfde effect. Sommige plekken worden kaal en andere juist helemaal niet. Het haar trekt zich op mannenhoofden bijna altijd op dezelfde karakteristieke wijze terug. Eerst worden je inhammen aan de voorkant groter. Dan ontstaat een steeds dunnere plek aan de bovenzijde van je achterhoofd.
Uiteindelijk houd je een soort hoefijzer van haar over die de zijkant en de onderkant van je achterhoofd bedekt. Dit haar blijft opvallend genoeg wél altijd zitten. Waarom? Ook dat is niet bekend.
Bij een onderzoek uit 2011 vergeleek men de haarzakjes van kale plekken met die van de nog behaarde plaatsen. De onderzoekers bekeken specifiek de stamcellen in de haarzakjes. Die maken cellen die op hun beurt je haren voortbrengen. Zonder werkende stamcellen krijg je dus nooit haar. Die stamcellen blijken nog wel gewoon aanwezig in de gekrompen haarzakjes van de kale plekken. Het waren er bovendien per haarzakje evenveel. Maar om de een of andere reden worden ze niet geactiveerd op die kale plekken. De cellen die de haargroei aan moeten sturen zijn er dus wel, maar doen iets niet goed. Wat is echter nog steeds onduidelijk.